Wat vertelt het gewicht van het bijenvolk je?
In het data overzict in de BEEP app zie je grafieken voor de gewichtsdata. Hieronder staan voorbeelden van hoe die grafiek eruit kan zien en wat het betekent. Dit artikel bespreekt de verschillende grafieken en hun betekenis.
Voer verbruik
In de winter en het vroege voorjaar gebruikt het bijenvolk de voorraad die in het voorgaande jaar is aangelegd. Het weer heeft invloed: bijen gaan efficiënter om met hun warmtehuishouding als het kouder is en ze verbruiken minder voedsel als ze op een tros zitten. Het broednest stopt of is klein in de winter en wordt groter in het voorjaar. Meer bijen betekent hogere consumptie. De gewichtsafname per week of maand is goed te zien aan de gewichtsmetingen met een weegschaal onder de kast; honderden grammen per maand in januari tot meerdere kilo’s rond maart. Wat de imker wil voorkomen is dat een volk verhongert. Het is dus opletten in zowel het voorjaar als in het najaar bij gebrek aan voldoende voedsel en/of slechte weersomstandigheden. Door het voedselverbruik in de gaten te houden, kan de imker voorzorgsmaatregelen nemen op het juiste moment.
Haalgedrag
Afhankelijk van de tijden van zonsopkomst en zonsondergang, weersomstandigheden en de status van het volk vliegen de haalbijen uit om voedsel te halen. Bij geschikte omstandigheden vliegen ze massaal heen en weer en brengen ze nectar, stuifmeel, water en hars (voor propolis) naar het volk. Het vertrek van bijen, met name in de ochtend, is te zien als een afname van gewicht. Niet alleen de eerste bijen vertrekken, maar ook nemen ze gewicht mee in de vorm van nectar voor brandstof voor de reis.
Na verloop van tijd keert de grafiek naar boven; meer bijen komen terug met een vracht dan er vertrekken. Vervolgens is het afwachten hoe de dag verder verloopt. De toename in het gewicht kan spectaculair zijn op ‘goede haaldagen’ - zie hieronder. Het gewicht aan het eind van de dag kan kilo’s hoger zijn dan aan het begin van de dag. De meeste dagen van het jaar is het gewicht redelijk constant. Bijen halen voedsel maar verbruiken het ook. Met name nectar gaat er hard doorheen. Voor het overgrote deel voor warmtehouding, zoals het broed op circa 35 graden houden.
Aan het einde van de dag vliegen ze soms tot heel laat door in bijvoorbeeld de maanden juni en juli. In de avond en nacht kan het gewicht een daling laten zien. Dit komt door het indampen van de nectar tot honing. Honing heeft een suikergehalte van rond de 80% en er is circa drie kilo nectar nodig om een kilo honing te verkrijgen. Het verdampen van het water verklaart het nachtelijk gewichtsverlies.
Nectar flow
Afhankelijk van de beschikbare dracht in de omgeving, het weer en de status van het volk, kunnen er dagen zijn dat het gewicht overdag enorm toeneemt. In dagen in juni en juli zelfs van ‘s ochtends vroeg tot ‘s avonds laat. Dan is het zaak in de gaten te houden of het volk voldoende ruimte heeft om de nectar kwijt te kunnen. De stijging in het gewicht kan bij goed weer en aanhoudende dracht aanbod dagen aanhouden. ‘s Nachts loopt het gewicht meestal omlaag door indamping van de nectar.
Er volgt altijd een keerpunt in de stijgende trendlijn over de dagen of weken heen; de trendlijn (gewicht per dag, bijvoorbeeld gemeten elke dag om middernacht) gaan omlaag. Dan zijn de bijen niet alleen aan het indampen maar is het waarschijnlijk dat ze ook meer consumeren dan ze halen. De imker die honing wil afnemen kan nu gaan kijken of de honing rijp genoeg is om te oogsten. Als de imker langer wacht dan kan het zijn dat er veel minder, of bij slechte dracht, niks meer te oogsten is.
Roverij
De haalbijen halen voedsel maar zoeken ook nieuwe bronnen. Soms is dat een volk in dezelfde bijenstand. Als de waakbijen het niet voor elkaar krijgen de imme succesvol te verdedigen, dan kan een ander volk toeslaan. Ze roven uit de nectar of honing voorraad en nemen dat mee naar hun eigen volk. Omdat de bijen alleen overdag vliegen, kun je een kenmerkend gewicht patroon zien als het licht is. Het loopt af met een bijna rechte, schuin aflopende lijn. In totaal kan dit gaan om kilo’s per dag. Het is niet zo dat het geroofde volk over een paar dagen tijd helemaal leeggeroofd wordt. Misschien heroriënteren de haalbijen zich op een andere bron of krijgt het volk het de volgende dag wel voor elkaar zich succesvol te verdedigen. Houdt de roof wel aan en wordt de nectar/honing voorraad leeggehaald, dan kan dit desastreus zijn. Vooral als er op dat moment geen nieuw voedsel gehaald kan worden. Verlies van een volk door roverij wil een imker graag voorkomen. Tijdig ingrijpen, door bijvoorbeeld de vliegopening te verkleinen zodat verdedigen makkelijker is, kan daarbij helpen.
Zwerm
Het honingbijen volk is een superorganisme. Het vermenigvuldigt zich door te splitsen. Een deel van het volk zoekt een nieuw onderkomen en neemt een koningin mee om daar de eitjes te leggen en de stamboom voort te zetten. Afhankelijk van de methoden en overtuigingen van de imker wordt dit voorkomen of wordt dit vrijgelaten. Ook kan het zijn dat de imker de zwerm vangt bij het verlaten van het hoofdvolk. In alle gevallen helpt het om te weten of er een zwerm vertrokken is. De imker die het wil voorkomen weet zo of haar/zijn methoden voldoende gewerkt hebben. De imker die het vrijlaat weet van welk volk op welk moment een zwerm vertrokken is en kan dan in de nabije omgeving gaat zoeken waar deze is.
Een zwerm bevat ongeveer de helft van de bijen van het volk op dat moment. Een bij weegt ongeveer 90 mg. Als de helft van een volk van 40.000 honingbijen vertrekt dan is dat iets minder dan twee kilo. Ook nemen ze een voorraad nectar mee voor de reis, dat gewicht telt ook mee in de gewicht afname. Kortom, een paar kilo bijen en nectar vertrekt in zeer korte tijd uit de kast. Als de metingen van het gewicht voldoende resolutie (d.w.z. aantal metingen per tijdseenheid) hebben, dan kan je de plotselinge, kortstondige afname heel goed zien. Omdat in veel gevallen het volk meerdere malen splitst, volgen er dan in de uren en dagen na de eerste zwerm zogenaamde ‘nazwermen’. Het detecteren van de eerste zwerm aan de hand van de gewicht afname, helpt de imker indien gewenst om actie te ondernemen.
Inactief
Het vertrek van een geheel volk en ook sterfte van een volk hoort erbij. Daar kunnen allerlei redenen voor zijn. De ‘flatline’ van het gewicht geeft aan dat er niks meer gebeurt. Dit geldt met name als het volk groot is en als de bijen bij goed weer voedsel halen. In de winter is het gebruikelijk dat de gewichtsschommelingen minimaal zijn. Het volk is relatief klein en als ze niet vliegen en efficiënt met hun voedsel omgaan, dan zijn er ook geen grote schommelingen.
Onverklaarbare schommelingen
De gewichtsmetingen lopen continue door. Soms kleine schommelingen in tienden van grammen, soms kilo’s tegelijk. Omdat het gewicht van de hele honingbijen kast gemeten wordt, wordt ook alles gemeten wat daar op of aan zit. Denk aan: regen, sneeuw, een vogel of kleinere invloeden zoals condens in de kast.
Invloed van de imker
Ook de imker heeft invloed: aanpassingen aan de kast zoals het plaatsen van een extra broedkamer is goed te zien aan de metingen. Om als imker verwarring te voorkomen bij het terugkijken van de getallen, is het heel verstandig om inspectie gedisciplineerd in te voeren in de BEEP app en daarbij de datum en tijd in te voeren. Zo weet je welke wijziging in gewicht hoort bij welke handeling. Een aantal extra voorbeelden van handelingen die op de metingen terug zijn te zien: een inspectie uitvoeren, kastdelen toevoegen of verwijderen zoals kamers, ramen, moer roosters. Ook het voeren van een volk is te zien; zowel het plaatsen van het voer als ook het, in geval van een vloeibare oplossing, indampen tot ca. 80% voedselvoorraad door de bijen.
Reacties
Heb je feedback op dit artikel of ideeën hoe de BEEP app of base je als imker verder kan ondersteunen, laat het dan hier weten.